Geraapt in de Berlijnse botanische tuin: de carya laciniosa of koningsnoot. Wel een beetje vroeg in het seizoen, dus of ze wel volledig gevormd zijn staat niet vast.
Carya laciniosa, in dagelijks spraakgebruik de shellbark hickory of koningsnoot, is de meest vochtvereisende hickory. Hij groeit langzaam en is zeer schaduwtolerant. Hij vormt een dikke lange penwortel.
De koningsnoot groeit langzaam, maar is bosbouwkundig wel aantrekkelijk omdat hij meestal een mooi lang recht en takloos stuk stam ontwikkelt. Zo ook dit exemplaar en zijn buren.
In de VS groeit hij van nature zuidelijker dan onze breedtegraad, maar hier in de botanische tuin stond een heel bosje van deze soort en ze zagen er allemaal mooi gezond uit.
De noten van de laciniosa zijn eetbaar en lekker. Het zijn de grootste van alle hickory-noten.