Gaten boren in arme bodem

dewoestenije:

Vorige week is onze adviseur Theo Keijzers van de Bosgroep met een grondboor op pad geweest om bodemmonsters te nemen. Het doel was om op een recent gekapt perceel (de heuvel op de Woestenije) te beoordelen welke boomsoorten hier goed zouden kunnen aanslaan.

Helaas is het antwoord: niet veel soorten. Er zit teveel grind in de bodem en het zand is arm aan leem, een type zand waarin water makkelijk blijft hangen. In leemarme bodem is de kans op uitdroging van aanplant groot. Alleen grove den en berk zijn daar goed tegen bestand.

image

Afbeelding: omgewoelde bodem op gekapt perceel Woestenije

Boren in de bodem

Wat mij prikkelde is dat Theo met zijn grondboor tot 1,2m diep heeft geboord. Dat is zover als je met de hand kunt boren. Het is ook ver genoeg om vast te kunnen stellen dat jonge aanplant hier een hoog risico op uitdroging zal lopen.

Tegenlijk is het wel aannemelijk dat er niet ver onder die eerste ruime meter wel leemlagen te vinden zijn. De Rijsserberg, waar ons bos ligt, is een mengeling van aangewaaid (leemarm) zand en (leemrijke) rivierafzettingen, afkomstig uit verschillende fasen van het Pleistoceen. 

Die lagen zijn door de stuwing van gletsjers in allerlei richtingen door elkaar gekneed. De pure kleilagen in de bovenste meters zijn in de negentiende eeuw uitgegraven, maar dieper onder de grond zitten nog genoeg leemhoudende lagen en plooien.

Diepere wortels

En nu de andere helft van de brainstorm: eikjes in tuinaarde.

image

Afbeelding: eenjarig eikje met (eerste deel van) wortel. Bron: Bear’s Bonsai Garden blog.

Een paar jaar geleden heb ik in onze moestuinbak eikels van de Burenglish oak (een kruising tussen de Europese zomereik en de Amerikaanse witte eik) geplant. Toen ik ze een jaar later wilde verplanten, waren ze boven de grond zo’n 20-30cm hoog, maar hadden ze allemaal een penwortel van 50 tot 100cm lang.

Er is weinig bekend over de dieptegroei van boomwortels: de wetenschap is in dit aspect nog niet verder dan het verzamelen van toevallig verkregen bewijs, met name van omgewaaide bomen in steden. Zowel steden als jonge bossen hebben vaak een harde zandbodem waar wortels één, hoogstens twee meter diep groeien.

De belangrijkste conclusie die wetenschappers met enige overtuiging kunnen trekken is dat de boomsoort niet erg bepalend is voor hoe diep wortels groeien: veel meer invloed gaat uit van de doorlaatbaarheid van de bodem.

Zandgrond is doorgaans goed doorlaatbaar: als water er makkelijk doorheen kan lopen, kunnen wortels dat ook. Maar in tegenstelling tot onze moestuinbak is de zandgrond op de Woestenije arm aan vocht en voeding. Planten groeien in zulke bodem langzaam.

Dat geldt niet alleen voor de groei bovengronds, maar ook voor de wortels. Eenjarige eikjes die ik op de Biesterije uittrekt hebben beduidend kortere wortels dan de eikjes in de moestuinbak.

Kolom tuinaarde

Maar wat nu als je op de Woestenije boompjes zou aanplanten in boorgaten van 1,2m (of dieper), gevuld met rijkere aarde? De wortel zou dan ongehinderd tot de bodem kunnen doorgroeien en de aarde zou in de cruciale eerste jaren voldoende vocht en mineralen leveren.

Na een aantal jaar zal zo’n boompje niet meer genoeg hebben aan de tuinaarde. Maar tegen die tijd heeft het over een forse diepte zijwaartse wortels kunnen uitsteken naar de omringende grond. En op 1m diepte is uitdroging ook op zandgrond een stuk minder waarschijnlijk.

image

Met een beetje geluk zou dit boompje vervolgens niet ver meer hoeven te ‘boren’ om wel een leemhoudende laag te bereiken.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *