Klei in de bodem. Rechts op mijn hand en rechts op de spade. Op de Biesterije bestaat de bodemlaag onder de humus bijna volledig uit geel zand. Maar er zijn nog restjes klei te vinden. Kneedbaar en stug, in tegenstelling tot het zand.
De klei is afgezet door de Erydanos, een voorloper van Rijn en Maas die hier in de ijstijden vanuit het zuiden tegen de gletsers aan botste en afboog naar de Noordzee. Daarna vermengden gletsjers de klei en het zand.
In de negentiende eeuw is de klei (die toen leem werd genoemd) afgegraven voor de baksteenindustrie. Daaruit zijn de kenmerkende kuilen in het bos ontstaan.
Een beetje klei in de bodem is heel prettig voor een bos: het houdt vocht vast en bevat veel mineralen. Teveel klei verhindert het wegstromen van water. Maar daar hebben we op de Biesterije geen last van.