Ons bos ligt hoog en droog. Grondwater is dus een schaars goed. Maar wat blijkt? We hebben een strook in ons landgoed liggen die helemaal niet droog is.
Althans, die dat in 1952 niet was, toen een overheidsinstantie de moeite heeft genomen om in ons hele land in vakken van 50×50 meter de diepte van het grondwater te meten.
Dat is ’m: de Biesterije, bedekt onder een kaart waarin ieder vakje een kleur heeft die de hoogst gemeten grondwaterstand in dat vakje aanduidt. Met dank aan de website bodemdata.nl van Alterra.
Onder alle kleur is de topografie nauwelijks terug te zien, dus enige uitleg is wel handig. Iets onder het midden is één vlak niet ingekleurd en is een gebouw (donkerrood) in een open vlakte (roze vlek) te zien temidden van bos. Dat is het clubhuis van de Scouting, dat overigens in 1952 nog niet bestond.
Een rood gekleurd vierkant geeft aan dat het betreffende meetpunt “grondwateronafhankelijk” is. Oftewel dat het grondwater er zo laag staat, dat geen enkele plant of boom geacht wordt daar nog iets aan te hebben. Die kleur bedekt bijna ons hele landgoed.
De overige kleuren zijn beter nieuws: ze geven aan dat er grondwater is gemeten en op welke diepte dat was.
Lichtblauw: 0-40 cm
Geel: 40-80 cm
Groen: 80-120 cm
Oranjebruin: >120 cmHet gaat hier overigens steeds om de hoogste grondwaterstand die in het hele vlak gevonden is.
Een strook van ons landgoed, grofweg vanaf het Keetje naar het noordwesten, waar niet toevallig ook heel veel kuilen in zitten, heeft uitstekend grondwater, of had die in elk geval in 1952. De strook loopt door naar een deel van het gemeentebos, waar de oude kuilen recent fors zijn uitgegraven en weer open water bevatten.
Dat hele gebied komt overeen met de donkerblauwe aanduiding op de volgende kaart, waarop over de vierkante blokken met grondwater heen een laag met getekende vakken staat, die aanduiden wat er in de loop van de geschiedenis zoal met de grond is gebeurd.
Hier staat de donkerblauwe kleur voor “winning”, wat in dit gebied zonder enige twijfel betekent: leemwinning voor de baksteenindustrie. De roze vlekken in de buurt hebben de aanduiding “vergraven”, wat vaak van toepassing is in gebieden die voor landbouw geschikt zijn gemaakt.
Op een derde kaartlaag, “zuurgraad toplaag”, die ik niet ga knippen en plakken, zijn de gebieden “winning” en “vergraven” ook te onderscheiden, omdat de bodem er niet zoals in de omgeving “sterk zuur (pH < 4)” maar slechts “matig zuur (pH 4-5)” is. Het gaat daarbij om metingen in de bovenste 20 centimeter.