Een paulownia tomentosa in Arnhem nabij Centraal Station. Deze soort houdt zijn bladeren groen tot ze door de kou afvallen, omdat ze gewend is aan een veel langer groeiseizoen in haar oorspronkelijke habitat in de bergen van Zuid-China.
Paulownia wordt in steden aangeplant als sierboom vanwege de mooie grote paarse bloemen. In de bosbouw is hij bekend als een soort die waanzinnig hard groeit en waarvan de stronk altijd weer uitloopt.
In warmere landen kun je elke tien jaar waardevol hout van circa 30cm diameter oogsten. Die belofte is in de jaren tachtig ook voor Nederland gedaan, maar hier hebben we vroege nachtvorst: komt die in oktober al, dan sterven vaak alle nieuwe takken af.
Deze ene
Dit exemplaar komt op mij over als een hele krachtige: hij heeft zijn blad nog op 10 november, hij is dichter betakt en bebladerd dan de meeste exemplaren in Nederland.
Hij groeit tot zover met een mooie rechte stam. Vermoedelijk is hij hier geplant bij of kort na de herinrichting die zomer 2012 werd afgerond. De ijskoude winter van 2012 heeft hij dus niet meegemaakt, maar alle vier de volgende winters hebben hem kennelijk ook niet gedeerd.
De boom wordt geholpen door zijn locatie: hij heeft een stuk of 40m2 grasperk voor zichzelf en staat vrij van schaduw op een zuidhelling. Dat onderaan de straat de Rijn stroomt zal ongetwijfeld een dempend effect op de lokale temperatuur hebben.
Ondanks al die verklaringen is het vermoedelijk gewoon genetisch een goede boom. Verderop op het Brouwersplein staat een groter exemplaar dat iets minder rijk in het blad zit, maar dat wel een goede vorm heeft en goed lijkt te groeien.
Dus ik heb gisteren (en twee weken eerder) flink wat zaaddozen geoogst om ’m op de kapvlaktes van de Biesterije uit te zaaien.