De carya cordiformis is eetbaar maar onsmakelijk bitter. Hij komt van nature bovendien alleen voor langs water of in moerassen. Dat maakt hem bepaald geen ideale kandidaat voor de Biesterije.
Op het oog wel een soort die goed zaaghout produceren kan. In de Botanischer Garten groeit hij bepaald niet naast een stroompje of in een moeras en hij doet het daar prima.
Een strategie van opkweken en aanplanten zou dus kunnen werken. Maar hij zou zichzelf niet snel vermenigvuldigen.
Van deze soort heb ik maar één noot kunnen rapen.
Het blad van deze soort is moeilijk te onderscheiden van de andere hickories.