De toename van plagen in het bos leidt tot de vraag: hoe versterken we de weerbaarheid van ons bos?
Ik heb daar geen sluitend antwoord op, maar in elk geval ligt het voor de hand om de diversiteit aan boomsoorten te vergroten. Hoe meer verschillende soorten, hoe makkelijker het bos de klappen kan opvangen als ergens één soort door een kever wordt opgevroten.
Diversiteit vergroten werkt het best op de kleinste schaal: je moet denken in de afstanden waarin bomen zich kunnen voortplanten. Het is nuttig om hier en daar een hele hectare vol te planten met één nieuwe soort, maar het is nog beter om op elke paar honderd meter in je bos een klein cluster van nieuwe soorten te planten met telkens een tiental van één soort.
Op die manier heb je over een paar decennia de moederbomen klaar staan die zich kunnen uitzaaien mochten er in het omringende bos om wat voor reden dan ook (en dat kan ook gewoon door houtkap zijn) gaten komen te vallen.
Actief kweken
Een actief kweekbeleid wordt ook belangrijk. In de VS zijn al varianten van de eik gekweekt die niet of nauwelijks last hebben van de meeldauw: van drie van zulke soorten (Burenglish oak, columnar oak en procera oak) heb ik eikels gekocht. De Amerikaanse kastanje, die begin twintigste eeuw werd uitgeroeid door een Aziatische schimmel, is door slim kruisen met zijn Aziatische soortgenoot al bijna teruggekweekt naar volledige resistentie.
Kwekers zullen hun blik vooruit moeten werpen en daar zal de overheid ook een rol in moeten spelen. Bomen in het wild hebben decennia nodig om te beginnen met voortplanting. Dat is te traag in een wereld waar elk decennium een nieuwe vijand de grens overwaait of uit een container klimt. Met bomen die al na één of twee jaar geslachtsrijp zijn is het veel makkelijker om voor elke nieuwe bedreiging tijdig de resistente toevalstreffer te vinden.
En dat is dan de politiek correcte manier. Maar misschien wordt het ook tijd om gentechnologie in te zetten.
Een speciale rol voor China
En er is ook een bijzondere rol weggelegd voor Oost-Azië en in mindere mate voor Zuid-Amerika: de plekken waar veel van de gevaarlijke schimmels en insecten vandaan komen. Maar daarover later meer.