Net uitgelezen: Feral van George Monbiot, van SInterklaas gekregen. Een boek over rewilding, de ambitie om de natuur de ruimte te geven zich te herstellen naar het soort evenwicht dat het had voordat mensen grootschalig begonnen in te grijpen.
Rewilding is niet alleen het met een hek afzetten van een natuurgebied en kijken wat er dan gebeurt, zoals nu in de Oostvaardersplassen gaande is. Het houdt ook in dat diersoorten, al dan niet geholpen, mogen terugkeren die vroeger op een bepaalde plek een belangrijke rol in de natuur speelden.
Europa is daar feitelijk mee bezig, zonder al te veel bewust beleid, doordat in met name Midden- en Zuid-Europa marginale landbouwgrond wordt verlaten, waardoor de wolf en de lynx de ruimte krijgen om terug te keren in de Europese natuur. In Zweden wordt met iets meer aandacht (en vooral met goede compensatieregelingen voor boeren) de ruimte gegeven aan de terugkeer van de bruine beer.
Er zijn ook diersoorten waarvan we ons niet eens kunnen voorstellen dat ze hier ooit geleefd hebben. Olifanten en rinocerossen bewoonden onze streken voor de laatste ijstijd: niet kaal zoals hun soortgenoten in de tropen, niet de mammoeten die hier in de ijstijden rondliepen, maar bosolifanten, aangepast aan een klimaat dat nauwelijks warmer was dan het onze. Daarnaast oerossen, twee keer zo groot als de huidige koe. En nog zo wat soorten.
Megatherium (bron: http://walkingwithdinos.wikia.com)
En deze grote dieren (megafauna) waren niet alleen maar aanwezig op het feestje: ze bepaalden voor een belangrijk deel de sfeer. Verschillende boom- en struiksoorten in Europa en Amerika hebben zich aan deze soorten aangepast of waren er zelfs van afhankelijk. Een mooie samenvatting van die relatie staat indit artikel.