Nee, geen olie. Aarde. Rulle, rijke, zwarte aarde met restjes half verteerde humus. Op nog geen meter diepte, vlakbij ons zomerhuisje.
Aarde zo fijn dat hij vlekken achterlaat in de groeven op je handen. Met kleine stukjes onverteerd plantaardig materiaal ertussen. Droog, maar vruchtbaar.
Hieronder een foto van de verticale wand van het gat dat ik heb uitgegraven. Het bovenste gedeelte is voornamelijk geel-grijs zand. Dan zien we een soort horizontale lijn met donkere vlekken. En nog eens tien centimeter dieper verschijnt de zwarte aarde.
Dit is goed nieuws voor mijn project om op kleine schaal bomen te planten die eigenlijk meer vocht en mineralen nodig hebben dan je in een recent bos op een voorheen met heide begroeide heuvel zou mogen verwachten.
In dit plantgat heb ik uiteindelijk een buartnut geplant: een kruising tussen de Japanse walnoot (heartnut; juglans ailanthifolia) en de witte walnoot of butternut (juglans cinerea). In het plantgat heb ik zwarte aarde toegevoegd om de afstand te overbruggen tussen de onderste wortels van de plant en de zwarte bodemlaag.