Ik wil meer walnoten planten in het bos. Omdat ze ons heerlijke eetbare noten geven en waardevol hout produceren. De vraag is waar je op moet letten als je dat wilt doen op een plek als de Biesterije.
Eleagnus umbellata: soort die walnoot helpt om sneller, recht en takloos te groeien. Bron
Uitdagingen
Walnoot heeft een relatief rijke, relatief vochtige, diepe en doorlatende bodem nodig. Hij komt snel calcium en stikstof tekort.
De diepe doorlatende bodem is op de meeste plaatsen geen probleem: op de meeste plaatsen is de bodem tijdens de winning van leem rond 1900 tot op grote diepte omgespit. Alle harde lagen die erin zaten zijn daarmee verwijderd en het losgewoelde zand laat uitstekend water door.
Het bieden van genoeg vocht en voedingsstoffen is wel een uitdaging. De zandbodem is arm aan mineralen en de humuslaag is dun en zuur. De bodem houdt weinig vocht vast, waardoor veeleisende bomen zoals walnoot, met name in hun jeugd, kans lopen om te verdrogen.
Wat kun je allemaal doen om een bosbodem op zandgrond geschikt te maken voor walnoot?
Mengen met stikstofbinder
Walnoot (juglans regia) groeit twee tot drie keer zo snel wanneer je hem afwisselt met olijfwilg (eleagnus umbellata). Bron. Het effect op de groei van walnoot was het sterkst op de drogere hoge gronden.
In dezelfde studie werden ook robinia en els getest als mengsoorten, omdat ook zij stikstof in de bodem inbrengen. Robinia groeit te snel en moet worden bijgesnoeid om te voorkomen dat hij de walnoot overschaduwt. Els begint na vijf jaar af te sterven, vermoedelijk door vergiftiging door de walnoten.
Olijfwilg was (in 1984, op testlocaties in Indiana en Illinois) de beste match, omdat hij tot vijf jaar een halve meter lengte voorsprong hield op de walnoot en daarna een rol innam als heester onder de walnoot.
Met zo’n mengsoort die hem niet overwoekert, maar wel aan de zijkant beschaduwt, groeit de walnoot ook rechter en taklozer, wat de houtwaarde ten goede komt.
Het is sowieso wenselijk om walnoot te mengen met andere soorten. Mengen met kers (prunus avium) leidde in Italië tot een groei die 50% hoger lag dan in pure aanplant (bron).
Niet planten op beperkende laag
Een studie in Kansas stelt vast dat de hoogte en dikte van zwarte walnoot in de vrije natuur sterk correleert met de factor “depth to restrictive layer.” Daarmee wordt bedoeld de diepte waarop de bodem een blokkade vormt voor wortelgroei.
Een blokkade voor wortels kan bestaan uit rotsbodem, de waterspiegel, een aangedrukte bodemlaag of een podzol. In ons bos zijn rotsbodem en waterspiegel uitgesloten. Aangedrukte bodem vind je alleen waar de bosbouwmachines rijden. Podzol hebben we wel, op de plekken die niet vergraven zijn.
De auteurs merken op dat walnoot een specifieke strategie heeft om met droogte om te gaan. Om te beginnen kiest hij voor diep wortelen en vroeg in het jaar groeien. In de warme maanden kan walnoot de huidmondjes in het blad afsluiten bij droogte en is ook het afstoten van bladeren een optie.
Een gids
Omdat (zwarte) walnoot in de VS een serieuze commerciële boomsoort is, is er veel bekend over hoe je de bodem het beste voorbereidt en hoe je zorgt voor goede groei. Zoals deze handleiding van de US Forest Service. Een aantal handreikingen hieruit:
- Walnoot groeit het beste op de flanken van heuvels, niet op de toppen.
- Vanwege sterfterisico is het verstandig om vanaf het begin te mengen met andere soorten.
- Een goede mengsoort is quercus rubra: Amerikaanse eik in onze volksmond. Als de bodem lokaal niet geschikt blijkt voor walnoot, is de kans zeer groot dat deze soort het juist wel goed doet.
- In aanvulling op mengsoorten kun je ook trainer trees planten: soorten die niet bedoeld zijn om tot bomen uit te groeien maar om als heesters de walnoot van de zijkant te beschaduwen.
- Soorten die als trainer tree worden gebruikt zijn:
- rode els (acer rubrum). Na 3 jaar en nogmaals na 8 jaar moet deze worden teruggesnoeid of helemaal aan de grond worden afgezet, om te zorgen dat hij de walnoot niet voorbij groeit.
- robinia (robinia pseudoacacia). Deze groeit nog iets sneller dan rode els en moet dus nog vaker worden afgezet. Net als de vogelkers is het de vraag of hij het niet iets te goed zal doen.
- suikeresdoorn (acer sachharum). Maar het is eigenlijk een beetje zonde, van een soort die zelf ook waardevol hout (en zoet sap) produceert, om deze als schaduwstruik in te zetten.
- Een goede plantafstand (om mee te beginnen) is 2,5 meter. Dit is voor bosbouwbegrippen een extreem grote afstand; de reden is dat walnoot een brede kroon vormt en dit ook echt nodig heeft.
- Vervang elke vierde rij door een snelgroeiende soort zoals tulpenboom of vogelkers (dat laatste is op onze bodem geen goed idee).
Hier wordt uitgelegd welke soorten goed samengaan met walnoot:
http://m.forestry.oxfordjournals.org/content/81/5/631.fullHier kun je zaden van de olijfwilg eleagnus umbellata kopen:
https://www.amazon.com/Elaeagnus-umbellata-Autumn-Olive-Seeds/dp/B0002ITORK