Fijnspar is Nederlands eerste klimaatslachtoffer met grote impact. Niet dat die impact voor iedereen zichtbaar is: ergens in de bossen gaan bomen dood, dat valt vaak niet echt op. Meestal worden ze geoogst als ze net wel of nog net dood zijn, met percelen tegelijk. Dat gebeurt wel vaker in onze bossen.
Op de Biesterije is de fijnspar al lange tijd bezig heel geleidelijk aan begonnen te verdwijnen.. Althans de volwassen exemplaren. In onze hoge droge bosbodem was het leven voor deze soort al langer lastig.
Doordat we in het bosbeheer sinds eind jaren 1970 sturen op menging van soorten, staat de fijnspar al tijden niet meer geconcentreerd in grote percelen, zoals dat op de foto (in Schaarsbergen) wel het geval is. Daardoor viel het ook minder op als er her en der een fijnspar weer een fijnspar doodging.
De fijnspar verjongt nog wel. Het succes daarvan wisselt sterk van plek tot plek. Tot op zekere hoogte zijn jonge exemplaren beter in staat om zich aan te passen aan het nieuwe klimaat dan de volwassen fijnsparren. Maar als het klimaat blijft veranderen zal ook deze nieuwe generatie voortijdig sterven.
Dat de fijnspar het niet meer redt in Nederland is niet heel vreemd; het is een boom die thuishoort in de bergen. Hij heeft het in Nederland lang goed gedaan omdat wij geen hete droge zomers hadden. Dat was genoeg om zich toch thuis te voelen. Nu hebben we die zomers wél en is het afgelopen met deze bergboom in het laagland.
Iets dergelijks kan op termijn ook de lariks overkomen (net als de fijnspar goed voor bouwhout van middel- en hoge kwaliteit): ook dat is een bergboom die in mild klimaat ook in het laagland goed groeit.