Deze reuzenzilversparretjes (abies grandis) kwamen ergens tussen 2010 en 2015 op in een bosje met eik, berk en vogelkers uit circa 1985. Vermoedelijk vooral na de oogst van 2011, toen dit bosje aan de zijkant open kwam te liggen waardoor het zaad van de nabije moederbomen makkelijker de bodem kon bereiken.
Enkele exemplaren zijn verdord in de lange droge hete zomers van 2018-2020, maar de meeste hebben het (letterlijk) glanzend doorstaan.
De abies grandis groeit in de jeugdfase langzaam, maar pikt na een aantal jaren snelheid op en kan in de beste omstandigheden bijna een meter per jaar groeien. De houtkwaliteit is goed, maar niet zo goed als dat van de douglas, die heel veel overeenkomsten vertoont in groeiplaats en groeisnelheid.