Meest geschikte Noord-Amerikaanse soorten

dewoestenije:

image

Afbeelding: zwarte walnoot, een Amerikaanse bosboomsoort met hoge houtwaarde en nootproductie die goed gedijt in ons klimaat (bron: sustainablecitiescollective.com)

Welke boomsoorten doen het goed in een bepaald klimaat? De beste manier om dat te beoordelen is om te kijken in wat voor soort klimaat die soort nu al voorkomt. Dat heeft de US Geological Survey gedaan voor Noord-Amerika. Leuk, want daaruit kun je quasi-wetenschappelijk afleiden welke Amerikaanse soorten het bij ons in Nederland goed zouden doen. En daar zitten verrassingen tussen.

image

Afbeelding: Noord-Amerika in cellen van 25x25km. Kleuren in deze kaart geven de mediane temperatuur van de koudste maand weer. Bron: USGS

Klimaat per soort

De USGS heeft Noord-Amerika opgedeeld in vakken van 25 bij 25 kilometer en gekeken naar de soorten die daar voorkomen en het klimaat in elk vak. Zo kun je voor elke boomsoort bepalen onder welke klimaatomstandigheden hij het goed doet.

Wat zijn voor een boom de belangrijkste aspecten van zoiets ingewikkelds als ‘het klimaat’? De USGS gebruikt de volgende meetbare items:

  • temperatuur
  • growing-degree-days*
  • neerslag
  • mate van verdamping

Zoeken naar overeenkomsten

Welke van deze soorten zouden nu overeenkomen met de klimaatomstandigheden in Nederland? Wel, we hebben in Nederland een paar Amerikaanse boomsoorten die bij ons uitstekend groeien en zich ook uitzaaien: Amerikaanse eik, Amerikaanse vogelkers, robinia, Douglas, reuzenzilverspar en thuja.

Ik heb in de tabellen gezocht naar soorten die, afgemeten aan de klimaateigenschappen van de gebieden waar ze voorkomen, het meest overeenkomen met deze selectie. Daarnaast heb ik de boomsoorten ook gescoord op de mate waarin hun klimaatvoorkeuren overeenkomen met de feitelijke klimaatwaarden voor Rijssen, Overijssel.

Tromgeroffel… de loofbomen

Wat zijn nu de uitkomsten? Hieronder de top tien meest kansrijke loofboomsoorten op basis van de mate waarin ze dezelfde klimaatvoorkeuren hebben als vogelkers, robinia en Amerikaanse (rode) eik.

image

Afbeelding: gele paardenkastanje, een voor ons klimaat geschikte soort met goede houtwaarde (bron: Chris M Morris, Flickr)

De top-11 loofboomsoorten

  1. Komkommermagnolia (Magnolia acuminata Link)
  2. Kastanje-eik (Quercus prinus Link)
  3. Amerikaanse tamme kastanje (Castanea dentata Link)
  4. Gele eik (Quercus muehlenbergii Link)
  5. Gele paardenkastanje (Aesculus octandra Link)
  6. Amerikaanse haagbeuk (Carpinus caroliniana Link)
  7. Zwarte walnoot (Juglans nigra Link)
  8. Witte bitternoot (Carya ovata Link)
  9. Witte of Amerikaanse es (Fraxinus americana Link)
  10. Koningsnoot (Carya laciniosa Link)

Bijna al deze soorten hebben ook commerciële waarde. In de VS zijn met name de gele paardenkastanje en de kastanje-eik waardevol als productiehout. De zwarte walnoot, bitternoot en koningsnoot leveren eetbare noten en hebben traag groeiend hout dat als fineer hoge prijzen oplevert.

Uitzonderingen zijn de Amerikaanse haagbeuk, die erg traag groeit en alleen specialistische houtwaarde heeft, en de gele en zwarte eik, die geen waardevol hout leveren. 

Prettig om te weten is dat enkele van deze bomen ook goed gedijen op de arme tot matige bodems die we op de Biesterije hebben.

Twee soorten vallen voorlopig af voor de bosbouw omdat ze worden aangetast door een schimmel: de Amerikaanse tamme kastanje (al meer dan anderhalve eeuw) en de witte of Amerikaanse es (net als de Europese es sinds circa 2010).

En de naaldbomen

Naaldhout heeft doorgaans meer economische betekenis dan loofhout. Voor de naaldboomsoorten heb ik een vergelijking gemaakt met drie waardevolle bosbouwsoorten: Douglas, reuzenzilverspar en thuja.

image

Afbeelding: westelijke hemlock (bron: Wikipedia)

Bij dit trio vind ik de data iets moelijker te interpreteren dan bij de loofbomen. De thuja en de reuzenzilverspar komen in hun klimaatvoorkeuren sterk overeen; de Douglas ligt relatief ver van hen verwijderd. Daardoor zijn soorten die veel op thuja en reuzenzilverspar lijken al snel in het voordeel.

Maar als we de cijfers gewoon nemen voor wat ze zijn…

De top-10 naaldboomsoorten

  1. Rode zilverspar (Abies magnifica Link)
  2. Colorado-zilverspar (Abies concolor Link)
  3. Westelijke hemlock (Tsuga heterophylla Link)
  4. Amerikaanse witte den (Pinus monticola Link)
  5. Pitchpine (Pinus rigida Link)
  6. Gele den of ponderosa (Pinus ponderosa Link)
  7. Mertens’ berghemlock (Tsuga mertensiana Link)
  8. Nootka-cypres (Chamaecyparis nootkatensis Link)
  9. Pacifische zilverspar (Abies amabilis Link)
  10. Eennaldige pijnboom (Pinus monophylla Link)

Sommige van deze soorten komen in Noord-Amerika alleen in de bergen voor: de rode zilverspar en de Colorado-zilverspar doen dat bovendien alleen in de zuidelijke Rocky Mountains. Voor deze soorten is Nederland vermoedelijk te noordelijk.

Pitchpine is enigszins vergelijkbaar met onze grove den: hij redt het op de armste grond en dat maakt hem aantrekkelijk, maar hij groeit wel snel krom. Het hout is dankzij de hars (pitch = pek) zeer goed houdbaar.

Alle soorten zijn in beginsel goed voor productiehout; de Mertens’ berghemlock in Amerika door zijn trage groei en zijn standplaats op onbereikbare plekken eigenlijk de enige uitzondering.

Van de overige soorten zijn vooral de zilversparren, de westelijke hemlock, de ponderosaden, de Nootka-cypres geschikt als productiehout. 

Voetnoten

  • Growing-degree-days: een score waarbij een optelsom wordt gemaakt voor alle dagen in het jaar waarop de temperatuur boven de 5 graden uitkomt. Elke graad boven de 5 levert één punt op, dus dagen met gemiddeld twintig graden leveren ieder 15 punten op. Zo wordt niet alleen gekeken naar het aantal dagen waarop planten kunnen groeien, maar ook naar de mate waarin ze kunnen groeien: hoe warmer, hoe meer punten.
  • Subcijfers. Voor temperatuur en neerslag worden de gegevens van USGS uitgesplitst naar een aantal specifieke cijfers die voor plantengroei de meeste voorspellende kracht hebben: de gemiddelde temperatuur en neerslag in januari en juli, het jaarminimum en -maximum, etc
  • De data die ik had gevonden komen uit een eerste versie. De actuele versie is http://pubs.usgs.gov/pp/p1650-g/ en die bevat een hoop meer gegevens.

Wat zeg jij?