Tilia platyphyllos

We kennen in Nederland de linde uiterst goed: als er een koningskind wordt geboren, plant menige gemeente een lindeboom op het dorpsplein bij. De bloesem van de linde is bekend als bron van honing en als basis voor een lekkere thee.

Tot 1 januari 2017 had de linde een vreemde achtergestelde status in de wet, samen met de “Italiaanse populier”, de paardenkastanje en de treurwilg. Deze boomsoorten waren, samen met alle fruitbomen, kerstbomen en kweekgoed uitgesloten van het begrip bos.

Je kon met andere woorden een prachtig (en bizar) inheems bos van lindes, paardenkastanjes en treurwilgen hebben staan, maar de wet zou door deze bomen het bos niet hebben gezien.

image

Gelukkig is er recent pittig gelobby’d voor de linde: hij geldt als een boom die de bosbodem snel verbetert (wat in Nederland bijna altijd inhoudt: minder zuur maken) en die dat zelfs wel wil doen op armere grond.

En gelukkig is de wetgever met de nieuwe Wet Natuurbescherming ook tot zijn zinnen gekomen: de rare selectie van niet-bomige boomsoorten is eruit.

image

Ik kan daarnaast niet nalaten om te vertellen dat als ik als meisje geboren was geweest geworden, ik Linde had geheten. Dat schept toch een band.

Linde betekent in Nederland doorgans de winterlinde, ook wel tilia cordata, omdat die in Nederland het meeste voorkomt. Maar er zijn andere lindes in Europa die het in ons land in beginsel prima kunnen doen. Zoals de grootbladige linde: tilia platyphyllos.

Hij wordt tot 30 meter hoog en groeit op vochtige, matig voedselrijke bodem. Het exemplaar op de foto ziet er puik uit.

Hiervan heb ik een paar zaadjes meegenomen uit de Botanischer Garten Berlin.

image

Wat zeg jij?